Woonplant van de maand februari: Dracaena
“Gezocht: huisgenoot die mijn vrolijke en ‘monsterlijke’ eigenschappen op waarde weet te schatten”. Het zou de openingszin kunnen zijn van een contactadvertentie waarin de Dracaena zich voorstelt. Deze bijzondere plant, ook wel Drakenbloedboom genoemd, garandeert je een vlammende aanwezigheid en volop optimisme. Genoeg redenen dus om haar te kronen tot Woonplant van de maand februari!
De botanische naam Dracaena is afgeleid van het Griekse ‘drakaina, wat vrouwtjesdraak betekent. Die naam dankt deze temperamentvolle dame aan het helderrode hars, oftewel drakenbloed, dat enkele soorten produceren. Het zou kunnen impliceren dat ze moeilijk te temmen is, maar niets is minder waar. De Dracaena is tevreden met een lichte plaats, regelmatig water (maar niet teveel; ze houdt niet van natte wortels) en af en toe wat benevelen met bijvoorbeeld een plantenspuit.
Vuurspuwende draakjes
De meeste Dracaena-soorten komen voor in Afrika, maar ook in Zuid-Azië en Midden-Amerika vinden we varianten van de Drakenbloedboom. Wanneer we het hebben over de Dracaena als je huisgenoot is het belangrijk dat ze niet op een te donkere standplaats belandt. De bijzondere kleuren van de bladeren en de bladtekening zijn namelijk voor een groot deel afhankelijk van voldoende (zon)licht. Krijgt ze dat, dan zal ze je belonen met haar prachtige bladeren, qua kleur en vorm in de meest trendy varianten. Puntig gevormd, soms wat ronder, groen, groen met geel, groen met rood, roze: de bladeren van sommige soorten vlammen bijna letterlijk in je woonkamer als vuurspuwende draakjes! Dankzij haar diversiteit qua uiterlijk past de Dracaena eigenlijk in elk interieur.
Flamboyant
Ze zal echter zelden de rol van teruggetrokken muurbloempje in je huis vertolken. Daarvoor beschikt ze simpelweg over teveel persoonlijkheid en is ze te flamboyant qua uiterlijk. Ze zorgt er zelf wel voor dat je niet om haar aanwezigheid heen kunt. Het zal je op z’n minst steeds een brede glimlach opleveren. Want zeg nou zelf: zoveel kleur, uitstraling en karakter moeten toch wel zorgen voor een vrolijk en goed gevoel?